donderdag 29 november 2007

Cruijff, de speler

Vannacht heb ik mijn collega Cruijff even gesproken; ik vroeg hem, hoe hij zo'n goede voetballer is geworden.
Eerst wou hij het niet vertellen maar uiteindelijk kwam het hele verhaal er snikkend en stotend uit.

..... als kind werd ik heel vaak in mijn wiegje gelegd en mijn vader gooide daar dan ook nog eens een bal in. Omdat mijn wieg nogal klein was, leerde ik na een tijdje die bal er snel uit te schoppen. Op een gegeven moment (en un momento dado) kon ik met buitenkant linkervoet een trap tegen de bal geven zodat die tegen de rand van mijn wiegje terugveerde tegen de deur van mijn slaapkamer en vervolgens over de rand van de balustrade van de trap kaatste zodat die rotbal in het halletje bij de voordeur lag in de hoop, dat die daar een keer naar buiten zou wegwaaien.

Mijn vader, die meestal naast mijn kamertje in zijn werkkamer zat, kreeg er al snel de pest over in om steeds die bal op te halen en weer in mijn wiegje terug te kieperen.
Toen heeft ie iets van een kabel over mijn wieg gespannen en de bal met een touw daaraan vastgemaakt. Ik was nog te klein om direct de zin daarvan te begrijpen maar daar kwam ik al gauw achter.
Ik mijn strijd om bedruimte trapte ik de bal weer majestueus met buitenkant links, binnenkant rechts, met de wreef of hakkie terug; maar wat ik ook deed, de bal kreeg ik er niet uit. Ik leerde nog harder en gemener trappen en begon ook heel agressief om mij heen te slaan. Na elke trap of slag tegen de bal veerde die terug tegen mijn hoofd zodat ik zo ook al vroeg leerde koppen.

Mijn lieve zachtaardige moeder heeft mij later geleerd om mijn handjes thuis te houden en zodoende werd ik voetballer.
Als het aan mijn vader had gelegen had ik nu met karate mijn geld moeten verdienen.

Tegenwoordig hoor je op de radio reclame-spotjes waarin kinderen vragen of ze weer gewoon mogen spelen.
Een actie tegen het opjuiende gedrag van ouders.

Geen opmerkingen: