vrijdag 13 juni 2008

Vrijdag de 13-de

Als een eikenbalk lag ze op de behandel-tafel. De kaken stevig op elkaar geklemd, de ogen potdicht. En doof als een kwartel.
De dokter streek met een scan langs haar hals. Op zoek naar klieren. Er zitten daar genoeg, zei ze docerend tegen mij.
Ik zag een onduidelijk donkergrijs rondje. Nee, dat is een ader; ze zette de monitor op kleur en het werd rood. Die andere zijn het. Je ziet dat ze schoon zijn. Ik zag het van geen kant maar beaamde het graag.

U bent schoon, zei ze tegen moe. Ineens deden de oren van moe het weer uitstekend. U kunt de gel met deze doek afvegen.
Die doek ging mee naar huis; over haar oren waar het allemaal mee begonnen was.
't Was vandaag haar geluksdag.

Alleen die neus nog.

Geen opmerkingen: